Corona-crisis toont noodzaak van economisch structuurbeleid

Publicatiedatum: 14/06/2021
Tags: Wetgeving - Medezeggenschap - Overig
Auteur: Evert Smit

De Corona-crisis heeft duidelijk gemaakt dat het ongebreidelde vrijemarktdenken op zijn grenzen is gestuit. De overheid bleek keihard nodig voor de inrichting van teststraten, handhaving van Corona-maatregelen en het uitvoeren van de vaccinatiecampagne, maar ook voor ongekende financiële steun aan bedrijven om te voorkomen dat die massaal zouden omvallen en hun werknemers op straat zouden komen te staan. Dit laatste gebeurde ongericht en in grote paniek. De steun aan KLM (€3,4 miljard) en Booking.com (€65 miljoen) waren het meest geruchtmakend. Het is de hoogste tijd om eens goed na te denken over structurele economische hervormingen.

Kwetsbaarheid mondiale ketens

Als er iets in het oog springt in deze crisis is het wel de kwetsbaarheid van mondiale productieketens. In directe zin gaat het om de wereldwijde problemen met levering en beschikbaarheid van mondkapjes, beademingsapparatuur, tests en medicijnen. Bovendien komen schrijnend duidelijk de risico’s naar voren van het feit dat de geneesmiddelenfabricage in de wereld vrijwel volledig geconcentreerd is in India en China. Daarnaast is er wereldwijd sprake geweest van ontwrichting van supply chains. Tal van bedrijven vielen stil, omdat toeleveranciers in andere landen of continenten niet meer konden leveren. Omdat dit grote maatschappelijke risico’s met zich mee brengt kan dit vraagstuk niet aan ‘de markt’ worden overgelaten. Op zijn minst zou de overheid (al dan niet in Europees verband) strategische bedrijfsactiviteiten moeten vaststellen en beleid moeten ontwikkelen om die zeker te stellen.

Steunpakketten aan bedrijven

Om de gevolgen van de Covid-crisis te dempen heeft de overheid massieve steun aan bedrijven verleend middels de NOW. Daarnaast zijn er ook specifieke steunpakketten aan bedrijven verstrekt. De steun aan KLM was nodig om het bedrijf van faillissement te redden, maar was omstreden. Zouden er niet veel stringentere eisen voor ‘vergroening’ moeten worden gesteld aan een bedrijf dat in vervuilende sector als de luchtvaart actief is? Waarom krijgt de KLM wel steun, maar allerlei andere bedrijven in de reis- en luchtvaartsector niet? Waarom wel steun aan KLM en bijvoorbeeld niet aan de broodnodige investeringen in de ontwikkeling van ‘groene’ staalproductie bij Tata Steel?

Een veel minder in het oog springende reddingsoperatie werd uitgevoerd bij scheepsbouwer IHC, net als KLM koninklijk en ‘Hollandse trots’. Deze staat nu voor €900 mln. in het krijt bij de Nederlandse staat (FD, 11 november 2020). Uiteraard is het verheugend dat dit mooie bedrijf en de daaraan verbonden werkgelegenheid (weliswaar na reorganisatie) overeind is gebleven, maar de vraag is waarom IHC wel gered wordt, maar tal van andere ondernemingen niet. De financiële problemen had het bedrijf vooral aan het eigen beleid te danken en hadden niets te maken met de Corona-crisis. Naar verluid was het belangrijkste (onbenoemde) motief dat voorkomen moest worden dat IHC in handen zou vallen van een Chinese partij. Dit kan een legitiem motief zijn, maar waarom blijft dit onbenoemd? Zou het dit niet verstandig zijn ook naar andere sectoren of bedrijven te kijken of er geen strategisch belang bij is?

Kortom: hoogtijd voor economisch structuurbeleid, waarbij de overheid weer een belangrijke regisserende rol op zich neemt in de economie, gericht op duurzame en sociale hervorming.

Interessant bericht? Deel dit bericht op Social Media of via e-mail.

Meer berichten