Wet op Ondernemingsraden (WOR)

Doelstelling

In de Wet op de ondernemingsraden staat dat ondernemingen met meer dan 50 werknemers verplicht zijn een ondernemingsraad in te stellen, "in het belang van het goed functioneren van die onderneming in al haar doelstellingen (…), ten behoeve van het overleg met en de vertegenwoordiging van de in de onderneming werkzame personen" (artikel 2). De doelstelling van de Wet op de ondernemingsraden is dus tweeledig: vertegenwoordiging van de belangen van het personeel én het dienen van het bedrijfsbelang.

Bevoegdheden van de OR op basis van de Wet op de ondernemingsraden

De basis van het medezeggenschapswerk ligt in het overleg tussen de ondernemingsraad en de bestuurder (WOR artikel 23). In elk geval twee keer per jaar komt in die overlegvergaderingen de algemene gang van zaken (WOR artikel 24) aan de orde. Hierin bespreekt de OR financiële en personele onderwerpen van het afgelopen half jaar. En kijken OR en bestuurder naar de plannen voor de toekomst en naar de onderwerpen waarop de komende tijd advies of instemming wordt gevraagd. Daarbij worden afspraken gemaakt over de inzet van de OR.

De belangrijkste bevoegdheden die de ondernemingsraad (OR) op grond van de Wet op de ondernemingsraden heeft zijn:

  • adviesrecht over belangrijke strategische, financieel-economische en bedrijfsorganisatorische besluiten, zoals reorganisaties, fusies, overnames en dergelijke (WOR artikel 25);
  • instemmingsrecht over regelingen met betrekking tot personeelszaken, zoals een arbeids- en rusttijdenregeling, een opleidingsplan en dergelijke (WOR artikel 27);
  • stimulerende taken van de OR, waaronder naleving van de cao, bevordering van werkoverleg en dergelijke (WOR artikel 28);
  • adviesrecht bij de benoeming en het ontslag van de bestuurder van de onderneming (WOR artikel 30);
  • informatierecht: de ondernemer is verplicht alle informatie waar de OR om vraagt en die deze ‘voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijze nodig heeft’ te verstrekken (WOR artikel 31).

Bevoegdheden van de OR buiten de WOR geregeld

Op andere plaatsen dan de WOR zijn bevoegdheden voor de OR geregeld.

  • Een ‘versterkt’ aanbevelingsrecht voor de benoeming van leden voor de Raad van Commissarissen (RvC), geregeld in het Burgerlijk Wetboek.
  • In verschillende cao’s of governance codes staan vergelijkbare aanbevelingsrechten voor ondernemingsraden voor de Raad van Toezicht (RvT)
  • Spreekrecht over onder andere beloning op de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) van beursgenoteerde bedrijven, geregeld in het Burgerlijk Wetboek
  • Overlegrecht over de voortgang van het Plan van Aanpak (PvA) dat wordt opgesteld bij een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RIE), geregeld in de Arbowet
  • Overeenstemmingsrecht bij de instemmingsaanvraag op basis van artikel 27-1-e WOR als het gaat om een maatwerkregeling voor de uitvoering van de arbodienstverlening, geregeld in de Arbowet
  • Het overeenstemmingsrecht kan ook via een cao aan een OR worden toegekend.

Basis & Beleid Organisatieadviseurs ondersteunt ondernemingsraden:

  • bij adviesaanvragen (artikel 25 WOR): inhoudelijke beoordeling van de voorgenomen besluiten (contra-expertise) en begeleiding in het adviestraject (communicatie met de achterban, afstemming met vakorganisaties, overleg met de bestuurder);
  • bij instemmingsverzoeken (artikel 27 WOR): inhoudelijke beoordeling van de voorgenomen besluiten, begeleiding bij het overleg met de bestuurder en HR, het opzetten van participatieve trajecten;
  • bij het vormgeven van de medezeggenschapsstructuur, vernieuwing van medezeggenschap, het overleg met de bestuurder en bij conflictbemiddeling;
  • met training van de ondernemingsraad.