Waarom de vakbonden in België en de Scandinavische landen wél veel leden hebben

Publicatiedatum: 12/06/2018
Tags: Arbeidsverhoudingen
Auteur: Evert Smit

De vakbondsorganisatiegraad in Nederland daalt voortdurend. Begin jaren ’70 was nog één op de drie werknemers lid van een vakorganisatie, in 2015 was dat nog maar één op de zes. Deze trend doet zich voor in vrijwel alle westerse landen. Er worden diverse verklaringen voor gegeven, zoals individualisering, flexibilisering van de arbeidsmarkt en de sterke teruggang van de industrie. Er zijn echter enkele landen in Europa waar de organisatiegraad een onverminderd hoog niveau kent: België en de Scandinavische landen. Hoe is dat te verklaren?

In elk van elk van de genoemde landen is de organisatiegraad op dit moment hóger dan in de jaren ’70, zoals blijkt uit onderstaande figuur.

De verklaring die vaak wordt gegeven is dat in deze landen de vakbonden betrokken zijn bij de uitvoering van werkloosheidsverzekeringen, waar in andere landen de overheid dat voor zijn rekening neemt. Dit staat bekend als het ‘Gent-systeem’, naar de stad waar het is ontstaan aan het eind van de 19e eeuw. In Gent was het grootste deel van de arbeiders aangesloten bij de vakorganisaties, die een werkloosheidsverzekering hadden gekoppeld aan het lidmaatschap. Bij financiële tegenslag aan het begin van de 20ste eeuw vroegen de bonden financiële steun van het stadbestuur, om de werkloosheidsverzekering in stand te houden. De stad kende die toe, en liet de uitvoering van de werkloosheidsverzekering over aan de vakorganisaties. Tot de dag van vandaag dient men in België voor een werkloosheidsuitkering aan te kloppen bij de vakbonden, of aan de bonden gelieerde instellingen, terwijl die gefinancierd wordt door de staat. Ook in de genoemde Scandinavische landen zijn de vakbonden, op uiteenlopende wijze, betrokken bij de uitvoering van de werkloosheidsvoorzieningen. Hoewel ook niet-leden een uitkering ontvangen, is het eenvoudige feit dat men zich tot de bond dient te wenden om een uitkering te ontvangen voldoende reden om lid te zijn.

Waarom is het ‘Gent-systeem’ zo'n sterke verklaring voor de hoge organisatiegraad? De Amerikaanse econoom Mancur Olson stelt dat de mate waarin een vakbond er in slaagt om leden te werven of te behouden, bepaald wordt door de vraag of die in staat is individuele voordelen (selective benefits) voor zijn leden te verschaffen. Hij gaat er van uit dat de meeste mensen een individuele kosten-baten afweging maken. Vakbonden brengen vooral collectieve voorzieningen tot stand, zoals de cao, die van toepassing zijn voor leden én voor niet-leden. Het probleem daarvan is dat dit liftersgedrag (free riding) oproept. Alleen wanneer er substantiële individuele voordelen aan het lidmaatschap zitten zal men lid worden en blijven. Een bekend voorbeeld van een selective benefit is de Wegenwacht (hulp bij pech, voor het geval dat), voor verreweg de meeste leden van de ANWB het enige motief voor lidmaatschap. De rol van de bond bij de uitvoering van de werkloosheidsuitkering (hulp bij pech) werkt dus op deze manier in het Gent-systeem.

Er zijn ook voorbeelden van geweest in Nederland. Tot 1985 kende de bouw vakantiebonnen, een vorm van loonbetaling die door de vakorganisaties werd verzorgd. Doel van deze constructie was een werknemer te verzekeren van doorbetaling van vakantiedagen en uitbetaling van vakantiegeld indien deze niet doorlopend bij één werkgever in dienst is. Voor de bond fungeerde het als selective benefit en droeg het bij aan ledenbehoud. Het had bovendien als voordeel dat er regelmatig direct contact was met de bouwvakkers.

Een mogelijk bezwaar zou kunnen zijn dat lidmaatschap op deze wijze gebaseerd is op individueel eigenbelang en veel minder beroep doet op ideële motieven als solidariteit. Maar vakbonden zijn uiteindelijk belangenorganisaties. Dat zijn ze ook altijd geweest. De eerste vakorganisatie van havenarbeiders in de Amsterdamse haven had de werking van de selective benefit goed begrepen. Zijn adagio was: “het hemd is nader dan de rok”.

De flexibilisering van de arbeidsmarkt en de afbouw van de sociale zekerheid in Nederland kan voor de vakbeweging een kans zijn om zich te manifesteren als speler op de arbeidsmarkt, en leden meer zekerheden te bieden (hulp bij pech) en te ondersteunen bij het vinden van werk. Er zijn diverse initiatieven op dit gebied, als FNV Loopbaanadvies, Van werk naar werk en James (CNV). Wat hieraan nog ontbreekt, is de echte selective benefit voor vakbondsleden.

Interessant bericht? Deel dit bericht op Social Media of via e-mail.

Meer berichten