De WOR gewijzigd: tijd voor actie!

Publicatiedatum: 14/01/2022
Tags: Medezeggenschap - Medezeggenschap
Auteur: Reinier Stroo

Per 1 januari is de Wet op de ondernemingsraden (WOR) gewijzigd. Al je collega’s, vast in dienst of flexwerkers, kunnen eerder betrokken worden bij de medezeggenschap en niet-leden kunnen nauwer betrokken worden bij de medezeggenschap.
Dat vraagt wijziging van het OR-reglement, maar wat en wanneer?

De wettelijke termijnen voor het kiesrecht worden gelijk gemaakt en ingekort. Zodra een persoon ergens 3 maanden in dienst is, heeft deze actief kiesrecht (stemmen voor de or) en passief kiesrecht (jezelf verkiesbaar stellen).

Uitzendkrachten en medezeggenschap

Ook uitzendkrachten hebben eerder recht op medezeggenschap sinds 1 januari. Zij hoeven geen 24 maar 15 maanden in een bedrijf werkzaam te zijn voor ze medezeggenschapsrechten opbouwen. Het duurt vervolgens drie maanden voor iemand rechten heeft opgebouwd.
Een uitzendkracht mag dus voortaan na 18 maanden (15+3) kiezen én gekozen worden voor de OR. Het doel van deze wijziging is de betrokkenheid van uitzendkrachten bij de medezeggenschap vergroten.
De kiestermijnen in het reglement moeten dus worden aangepast, zodat ze in lijn zijn met de wet.

Afwijken van de wettelijke termijnen mag nog steeds, via het reglement. Daar moet wel een goede reden voor zijn. Andere termijnen dan de wettelijke hanteren mag, als dat de medezeggenschap bevordert. Stel je een OR voor in een bedrijf waar erg veel uitzendkrachten werken. Daar kan het wenselijk zijn te zorgen dat zij eerder mogen kiezen en verkozen worden. Anders heeft een grote groep werknemers erg lang geen stem.

Je hoeft als OR niet onmiddellijk je reglement te veranderen. Zorg wel dat het aangepast is voor de afloop van de zittingstermijn, en dus voor de start van het proces naar de volgende verkiezingen. Dan gelden de nieuwe kiestermijnen en voldoen de verkiezingen aan de WOR.

Commissies van de OR

De eis dat een vaste OR-commissie in meerderheid uit OR-leden moet bestaan vervalt. Het idee daarachter is dat deze wijziging kan bijdragen aan het verminderen van de werkdruk van OR-leden. Een bijkomend effect is dat meer collega’s betrokken kunnen worden bij de medezeggenschap op het bedrijf.

Er is wel een beperking opgenomen. Als een vaste commissie niet in meerderheid uit OR-leden bestaat, kan het advies- en instemmingsrecht niet worden overgedragen (via een instellingsbesluit) aan die commissie. Zo blijft het democratische principe gewaarborgd dat besluiten worden genomen door de mensen die daarvoor door hun collega’s zijn gekozen.

Deze wetswijziging is een goede aanleiding om de samenstelling van de commissies van jouw OR nog eens onder de loep te nemen:

  • Zijn er collega’s geïnteresseerd en kundig voor bepaalde onderwerpen en commissies?
  • Kunnen de OR-leden wel wat steun van collega’s gebruiken?
  • Zijn er vacatures in commissies die niet door OR-leden opgevuld kunnen worden?

Dat kunnen redenen zijn om niet gekozen medewerkers te benaderen voor commissies. Voor ook deze wetswijziging door in het reglement aan het einde van de zittingstermijn. Dan kan de nieuw gekozen OR er gelijk mee aan de slag.

Instellingsbesluit aanpassen

Bij de laatstgenoemde wijziging is het van belang niet alleen het reglement maar ook instellingsbesluit aan te passen. Zo’n besluit regelt:

  • de taak
  • de samenstelling
  • de bevoegdheden
  • de werkwijze van de commissie

Een vaste commissie met in meerderheid or-leden kan zelf advies- en instemmingsaanvragen afhandelen. Een vaste commissie met een minderheid van or-leden adviseert de or over de afhandeling van adviesaanvragen en instemmingsverzoeken.

Stel, je bent als OR na de wetswijziging van plan meer niet-leden aan een commissie toe te voegen dan voorheen. Dan moet dat dus in het instellingsbesluit worden gezet (gewijzigd). Als daardoor de meerderheid van een commissie uit niet-leden bestaat, heeft dat gevolgen voor de bevoegdheden. Ook die moeten dan aangepast worden.
Het gewijzigde instellingsbesluit moet vervolgens voorgelegd worden aan de ondernemer. Bij bezwaar van de ondernemer kan de ondernemingsraad een beslissing van de kantonrechter vragen.

 

Interessant bericht? Deel dit bericht op Social Media of via e-mail.

Meer berichten